Rootsreis met gemengde gevoelens
Dit jaar ga ik voor het eerst in 38 jaar, terug naar mijn geboorteland.
Iets waar ik jaren naar heb verlangd.
Ik heb er mijn hele leven naar uitgekeken, op gehoopt dat dit zou gaan gebeuren en nu is het bijna zover.
Als kind was ik altijd al nieuwsgierig naar het land waar ik geboren was. Mijn vader had opnames gemaakt tijdens de reis, toen ze mij gingen ophalen. Ik heb deze vaak bekeken, maar ik voelde er niets bij.
Toch was daar die drang om terug te gaan.
De bedoeling was dat we met het hele gezin zouden gaan als mijn zus en ik volwassen waren, helaas is dat er nooit van gekomen.
Waarom ik nu pas terug ga heeft met allerlei verschillende dingen te maken, maar ik denk dat ik diep van binnen ook bang was.
Die angst komt nu langzaam weer naar boven. Ondertussen ben ik zo gewend aan het leven hier, de cultuur en onze Nederlandse gewoonten, dat ik bang ben voor hoe het daar zal zijn.
Sommige zullen dit misschien raar vinden of het niet snappen, maar voor mij is het een gegronde angst.
Ik heb vanuit huis nooit iets mee gekregen over Sri Lanka. Mijn vader vertelde ooit dat het ook vanuit FLASH gestimuleerd werd, om niets over het geboorte land te vertellen. Helaas hebben mijn ouders dat ook ter harte genomen.
Ik heb als kind nooit iets geleerd over Sri Lanka. Als er dus een boekje of tijdschrift was, waar iets in stond over Sri Lanka, dan verslond ik dat meteen. Al was het maar een kruimel, ik móest het lezen.
Uiteraard heb ik op de basisschool ook wel het koloniale gedeelte mee gekregen. Ik was maar wat trots toen ik in mijn schoolboek Sri Lanka zag staan. Helaas snapte ik toen nog niet dat het hele koloniale gedeelte niet iets was om trots op te zijn. Dat het inherent eigenlijk de reden was dat ik hier ben.
Als o.a. Nederland mijn prachtige land niet had leeggeroofd, was Sri Lanka wellicht helemaal niet zo arm geweest. Als kind denk je daar niet over na en in de jaren ’90 was er helemaal geen sprake van eerlijke berichtgeving over het koloniale verleden van Nederland. Het werd gebracht als iets om trots op te zijn, andere informatie of perspectief was er niet.
Ik heb het terug gaan ook altijd geromantiseerd denk ik. Zeker als kind romantiseerde ik alles rondom mijn eerste moeder en mijn geboorteland, omdat ik weinig tot geen informatie had. Mijn fantasie ging de vrije loop, ergens denk ik ook dat dat voor mij een manier was om met mijn adoptie om te gaan.
Hoe ouder ik werd hoe meer ik zelf ging op zoeken over Sri Lanka. Toen we eenmaal internet hadden thuis ging dat natuurlijk ook een stuk makkelijker, maar het maakte alles ook wel ingewikkeld. Onze gebruiken en gewoonten, onze normen en waarden verschillen nou eenmaal van die van Sri Lankanen. Het was voor mij soms moeilijk te begrijpen waarom de dingen daar zo gingen. Ook met betrekking tot de adopties.
Ook de taal miste ik, terwijl ik het natuurlijk nooit gesproken heb.
Net als vriendinnen die in hun moedertaal praatte wilde ik dat ook, zeker toen ik zelf een kind kreeg. Het leek me zo fijn om naast het Nederlands, ook in het Singala met hem te kunnen praten.
Gewoon om het gevoel te hebben dat ik toch nog een connectie had met mijn geboorteland. Net zoals ik nu soms Sri Lankaanse gerechten maak en eet met mijn handen. Het zetten van henna op mijn handen of voeten. Dat voelt voor mij een klein beetje alsof ik toch nog iets tastbaars heb.
Het heeft me alleen jaren gekost voor ik daar aan toe kon geven. Er heerste altijd een (onbewust) schuld gevoel naar mijn ouders toe.
Ik ben ook getrouwd in een lehenga, als een ode naar mijn eerste moeder en mijn land. Dat was ook iets, waar ik lang over heb getwijfeld omdat ik er altijd van droomde om in een witte prinsessen jurk te trouwen.
Maar hoe zeer ik hier ook mijn best doe, de angst dat ik me daar niet op mijn plek zal voelen overheerst. De angst dat ik de cultuur niet begrijp, dat ik de mensen niet begrijp. Dat ik er ook daar niet bij hoor.
Gewoon omdat ik het eng vindt, omdat ik onzeker ben over mijzelf en mijn bestaan. Omdat geadopteerd zijn voor mij een constant gevoel is van me niet thuis voelen in Nederland, maar ook bang zijn dat ik me daar niet thuis zal voelen.
Wat als ik het eten niet lust? Wat als ik de geuren daar vies vindt? Wat als ik de mensen niet leuk vindt?
Wat als ze tegen mij gaan praten of mij juist veroordelen omdat ze zien dat ik niet één van hen ben?
Het zijn allemaal dingen die me bezig houden. Hoe vaak anderen me ook vertellen dat het een geweldig land is, dat de mensen ontzettend aardig zijn en dat iedereen heel behulpzaam is als je gaat zoeken, ik blijf met mijn onzekerheid zitten.
Sinds kort probeer ik via Youtube een beetje Singala te leren, zodat ik mijn weg een beetje kan vinden als ik in het ziekenhuis langs ga waar ik mogelijk geboren ben. Maar ik merk dat ik het erg moeilijk vindt, dat het stiekem ook pijn doet, dat ik de taal nooit geleerd heb.
Dat alles wat ik beschreven heb, mij ontnomen is. Dat het allemaal zonder mijn consent gebeurd is.
Dat er vanuit de overheid geen steun is voor rootsreizen, DNA testen en tolken. Het is zo vreselijk frustrerend en oneerlijk.
Deze hele reis, letterlijk en figuurlijk is een achtbaan van allerlei emoties en gedachten. Hoewel ik er nu wel meer vrede mee heb dat ik nooit zal weten wie mijn biologische moeder is, hebben andere nog steeds een grote invloed op mijn leven.
Het heeft me jaren gekost om op dit punt te komen, maar ik besef me dat ik het verleden niet kan veranderen en dat ik mezelf in de weg blijf zitten als ik blijf hopen op een andere uitkomst.
Misschien hoop ik ook wel dat als ik eenmaal terug ben geweest, ik in alle andere aspecten ook meer rust zal vinden. Dat het cirkeltje dan rond is, of nou ja bijna rond.
Er zal altijd een deel van de wond zijn, die niet volledig zal helen.