Verloren in het verleden, verlies in het heden
Mag je rouwen om iets wat je nooit gekend hebt?
Mag je rouwen om iets wat je nooit gehad hebt?
Als geadopteerde heb ik altijd het gevoel gehad dat ik mijn eerste moeder nooit mocht missen.
Er wordt je vanaf jongs af aan geleerd dat je nu een ‘nieuwe’ vader en moeder hebt waar je van moet houden. Dat zijn nu je ouders.
Maar diep van binnen heb ik altijd gevoeld dat dit niet klopte. Hoewel ik mijn ouders wel als mijn ouders zag, verlangde ik stiekem altijd naar mijn échte moeder.
Ik zeg moeder, want de vader bestond in dit geheel niet eens. Vaders hadden denk ik al helemaal geen recht van bestaan, niet op papier (want dan kon je niet verkocht worden) en niet in onze gedachten, want er werd nooit over de vaders gesproken.
Je zou bijna kunnen zeggen dat ze een soort spook bestaan leidde, of een urban legend waren.
Mijn ouders zijn altijd heel eerlijk geweest over de adoptie en dat we in Sri Lanka vast nog wel een moeder hadden.
Ik wist dus heel goed hoe het zat en hoe ouder ik werd hoe meer ik ging verlangen naar mijn echte moeder.
Zoals ik in eerdere artikelen al heb vermeld, had ik ook een foto van, zo dacht ik, mijn moeder. Als ik die zag, dan verlangde ik er altijd naar om haar te zien. Ik fantaseerde er over dat ze mij ook miste en dat het een lieve vrouw was.
Het type moeder wat in de jaren ’90 in tekenfilms vaak geportretteerd werd als zorgzaam, lief, zacht etc. Je snapt vast wel wat ik bedoel.
Nu, jaren later, verlang ik er nog steeds naar. Het kleine meisje in mij mist nog steeds die échte moederlijke liefde, die je alleen van je moeder kunt krijgen.
Die alleen de persoon die jouw gedragen heeft je kan geven. Immers, zij is het begin geweest van jouw bestaan.
Er achter komen, dat ik eigenlijk op geen enkele manier achter mijn échte identiteit kan komen is iets wat ik nog maar moeilijk kan bevatten.
Het lezen van verhalen van geadopteerden die wel al vanaf hun kinderjaren hun biologische familie kennen, met hen schrijven of geadopteerden die uiteindelijk hun familie vinden is moeilijk.
Ik gun het iedereen, juist omdat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. We ervaren allemaal het gemis van onze echte families en ouders.
Het is alleen zo verdomd pijnlijk als ik er mee geconfronteerd wordt dat sommige van ons dat wel gegund is en mij niet.
‘Het leven gaat door.’
Wat ik vaak te horen krijg, is iets wat mensen waarvan een dierbare is overleden, ook vaak te horen krijgen.
‘Het leven gaat door.’ ‘Je kunt er niets aan veranderen.’ ‘Het is nou eenmaal wat het is.’
Helaas is dat ook niet helemaal meer het geval, gezien mijn adoptiemoeder vorig jaar overleden is. Die relatie is ook altijd ingewikkeld geweest. Het is nooit een moeder-dochter relatie geweest die vele anderen wel kennen. Dat was al een verlies op zich.
Wat niemand zich schijnt te beseffen is dat het verlies van je biologische ouders niet iets is wat je ‘zomaar’ kan vergeten. Dat de vragen die in je hoofd blijven spoken, niet weg gaan omdat iedereen maar vindt dat je je erbij neer moet leggen.
Dat ik de situatie niet kan veranderen, weet ik zelf ook wel, maar dat betekend ook niet dat ik me er ook maar bij neer moet leggen.
Hieraan kun je merken dat niet geadopteerde mensen niets snappen van adoptie en wat dat in de kern met een mens doet.
Het (bewust) weg gehaald worden bij je ouders doet zoveel met ons hele systeem. Nu ik zelf moeder ben, kan ik me niet voorstellen hoe het voor al die baby’tjes en jonge kinderen geweest moet zijn om niet (meer) de warmte en liefde van je moeder te voelen. Om haar niet meer te kunnen ruiken en te horen. Het hele gevoel van veiligheid wordt onder je kleine voetjes vandaan gerukt, zonder dat je er zelf ook maar iets aan kunt doen.
Je wortels worden zonder pardon uit de grond gerukt en je wordt zo ergens anders geplant. Er wordt verwacht dat je als lotus, net zo groeit als een boterbloem.
Hoe ouder je wordt, hoe meer bloembladen je krijgt, in tegenstelling tot de boterbloem. Zij heeft er immers maar vijf, maar als lotus groeien er natuurlijkerwijs veel meer bladen. Hoe verder de bloem open gaat, hoe lichter de punten worden, maar de kern blijft donker.
Die kern zal nooit veranderen, dat zit te diep.
Als een kameleon proberen geadopteerden zich vaak aan te passen aan hun omgeving. Wees vooral niet anders dan anderen, probeer je zo veel mogelijk in het keurslijf te persen, want als je ook maar iets afwijkt van de norm dan kun je verstoten worden.
Dan wordt je opnieuw verlaten, in de steek gelaten.
Filmpjes die soms voorbij komen op social media, waarin je ziet wat het met een huilende baby doet, die bij de moeder gelegd wordt zijn mooi en tegelijkertijd confronterend. Je ziet dat het de baby heelt, het kindje wordt bijna meteen rustig.
Vele van ons hebben dat nooit mogen ervaren.
Hierdoor besef je je elke keer weer wat je als geadopteerde aan is gedaan door weg gehaald te worden bij je moeder. Die veiligheid, die zachte landing, die zekerheid om getroost te worden als het nodig is.
Je hele veilige basis is weg.
Het is eigenlijk een oerinstinct, iets wat je kunt onderdrukken, maar wat altijd weer boven komt. Op wat voor manier dan ook.
Mijn verlangen om maar een kruimeltje te vinden, van mijn oorsprong, mijn roots is niet in woorden uit te drukken.
Nu mijn adoptie moeder overleden is, rouw ik dubbel. Ik rouw om haar, omdat zij mij opgevoed heeft. Zij heeft me mooie en minder mooie herinneringen gegeven.
Maar ik rouw ook om mijn eerste ouders, om ouders die ik nooit heb mogen kennen. Die ik nooit zal leren kennen. Ik rouw om de wetenschap dat ik nooit zal weten wat er met mij gebeurd is na mijn geboorte. Ik rouw omdat ik niet weet wat voor reis ik afgelegd heb alvorens ik bij mijn adoptieouders in de armen werd gelegd.
Naar alle waarschijnlijkheid was ik al 2 maanden oud.
Waar ik ben geweest, bij wie en hoe ik toen ben behandeld, ik weet het niet. En daar rouw ik om.
Ja, dat mag ik. Die ruimte mag ik innemen. Die ruimte wíl ik innemen, want die ruimte is mijn ruimte.
Wat iedereen ook zegt of heeft gezegd, ik rouw om alles wat mij afgenomen is. Wat ik nooit heb mogen kennen. Wat er nooit heeft mogen zijn omdat kinderhandel, hebberigheid en onvervulde kinderwensen vanuit het westen in de jaren ’80 mij dit ontnomen hebben.
Omdat Sri Lanka ooit gekoloniseerd en leeggeroofd is, omdat er nooit herstelbetalingen zijn gedaan en het land in ongekende armoede heeft verkeerd door beslissingen uit het verleden. Armoede die nog steeds woed in het land.
Ja, er zijn ook mooie dingen in het leven. Dat weet ik, dat waardeer en apprecieer ik ook zeker. Ik geniet van mijn zoon, ik ben trots op hem en hoe hij opgroeit tot een wijze, speelse en ondeugende jong volwassen man.
Ik ben trots op mijn man die er altijd voor me is,die mijn pijn en verdriet begrijpt, die een mooie carrière heeft opgebouwd en die een lieve en zorgzame vader is voor onze zoon.
Dit alles is een geschenk op zich, maar staat los van mijn verdriet.
‘A pain that I feel in my soul and beyond…’
Het zijn twee dingen in mijn leven die naast elkaar mogen bestaan. Geadopteerden krijgen al vaak genoeg te horen hoe dankbaar ze moeten zijn voor het leven dat ze opgedrongen hebben gekregen. Iets waar we, ik blijf het zeggen, nooit consent voor hebben gegeven.
Ik wil me niet meer laten zeggen dat ik ook moet kijken naar de mooie dingen die ik nu in mijn leven heb, als ik weet dat ik ben beroofd van zoveel moois wat ik had kunnen hebben.
Als ik ben beroofd van mijn naam, geboortedatum, geboorteplaats, mijn ouders en eventuele broers/zussen en andere familie. Als ik ben beroofd van mijn cultuur, mijn land en alles wat er mee samenhangt.
Iets wat ik nooit meer terug zal krijgen, waarvan ik nooit erkenning zal krijgen, iets wat voor altijd een mysterie zal blijven, tot lang na mijn dood.
4 reacties
Hartini van Rijssel
Mooi geschreven lieve Samanthi
Herkenbaar voor velen, vermoed ik
admin
Bedankt voor je lieve reactie!
Kathy
Mooi geschreven schat vanuit je hart. En inderdaad, niet geadopteerden kunnen niet vatten hoe het is om op te groeien en niet te weten wie je bent❤️
Dirma F
Mooi verwoord en prachtig beeld van de Sri Lankaanse lotusbloem en de Hollandse boterbloem.